De verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijde van een vreemdeling van Irakese nationaliteit wordt ingetrokken omdat hij niet uit Irak afkomstig zou zijn. Anderhalf jaar later wordt de Irakese vreemdeling door de autoriteiten van zijn land van herkomst in het bezit gesteld van een paspoort en verzoekt hij de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie [herhaalde malen] om heroverweging van het besluit tot intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd.
Het verzoek om heroverweging wordt opgevat als een herhaalde aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd [??? ABRS, 10 mei 2007, 200609255/1, LJN BA5551]. De aanvraag wordt afgewezen op grond van artikel 4:6 Awb omdat de authenticiteit van het paspoort niet aannemelijk zou zijn gemaakt. De Irakese vreemdeling stelt beroep in dat gegrond wordt verklaard omdat gelet op het nationaliteitsrecht van de authenticiteit van het paspoort behoort te worden uitgegaan.
In de opengevallen aanvraagfase herhaalt de Irakese vreemdeling dat het hem niet gaat om een herhaalde aanvraag maar om een verzoek om heroverweging van het besluit tot intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Aan de Irakese vreemdeling wordt een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend met ingang van datum waarop aan de formaliteiten van de herhaalde aanvraag is voldaan.
In beroep stelt de Irakese vreemdeling dat geen recht is gedaan aan zijn verzoek om heroverweging van het besluit tot intrekking van zijn verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en klaagt hij over de ingangsdatum van de hem verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het beroep wordt gegrond verklaard onder meer omdat de Irakese vreemdeling eerder in de gelegenheid had moeten worden gesteld om aan formaliteiten van de aanvraag te voldoen. De Staatssecretaris van Justitie stelt hoger beroep in.
Op 28 maart 2008 constateert de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna Afdeling] dat niet in geschil is dat er een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingediend en dat de omstandigheid dat de Irakese vreemdeling zich op het standpunt is blijven stellen dat het besluit tot intrekking van zijn verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd had moeten worden heroverwogen dat niet anders maakt. De Afdeling verklaart het hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie met een verwijzing naar artikel 44 lid 2 Vw [ingangsdatum] en artikel 3.38 VV ev [aanvraagformaliteit(en)] kennelijk gegrond [ABRS, 28 maart 2008, 200708114, JV 2008/199].
Had de Irakese vreemdeling kunnen krijgen wat hij wilde hebben door zijn aanvraag anders in te kleden?
Neen (vrees ik)!
Een verzoek om heroverweging van een eerder besluit tot afwijzing of intrekking van een verblijfsvergunning is een verzoek om toelating welke toelating slechts kan plaats vinden krachtens het bepaalde in de vreemdelingenwet [ABRS, 30 juli 2003, 200302357/1, JV 2003/401]. Een verzoek om heroveweging wordt derhalve aangemerkt als een aanvraag [ABRS, 10 maart 2005, 200407175/1, JV 2005/180; ABRS, 6 september 2005, 200503486/1, JV 2005/403 nt B. Olivier] om een verblijfsvergunning welke aanvraag moet voldoen aan de eisen die de vreemdelingenwet daar aan stelt.
De Irakese vreemdeling had een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd.
Artikel 34 Vw bepaalt dat een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd kan worden verleend indien de betrokken vreemdeling direct voorafgaande aan de aanvraag daartoe 5 achtereenvolgende in het bezit was van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Irakese vreemdeling had voorafgaande aan zijn verzoek tot heroverweging geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Hem stond derhalve alleen de mogelijkheid open om een aanvraag in te dienen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd waarvan de ingangsdatum wordt bepaald door datum aanvraag.
Dat is leuk voor al die niet meer ongewenst verklaarde 1F'ers van wie het asielberoep niet ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van procesbelang en die daarom een nieuwe aanvraag in moeten dienen of [?] een verzoek tot heroverweging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten