zaterdag 12 juli 2008

Artikel 64 Vw 2000

Uitzetting blijft achterwege zolang het gelet op de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van een van zijn gezinsleden niet verantwoord is om te reizen.
Artikel 64 Vw 2000

De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] overweegt in steeds scherpere bewoordingen dat een beroep op artikel 64 Vw 2000 [pas] aan de orde is in het geval van een op handen zijnd tijdstip van een daadwerkelijke uitzetting:

  • Voorop dient te worden gesteld dat het enkel beroep van de vreemdeling op artikel 64 van de Vw 2000 niet meebrengt dat hij rechtmatig verblijf heeft in Nederland. Daarvoor is vereist dat de staatssecretaris de bepaling op de vreemdeling van toepassing acht. In de enkele niet nader toegelichte mededeling dat hij ziek is behoefde de staatssecretaris geen aanleiding te zien om zich ten aanzien van appellant op dat standpunt te stellen of onderzoek naar zijn reisvaardigheid te doen, te minder nu nog geen sprake was van een daadwerkelijke uitzetting. [ABRS, 14 mei 2002, 200201377/1, MigratieWeb ve07000739, ro 2.3]
  • Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (...) brengt het enkele beroep op artikel 8, aanhef en onder j, van de Vw 2000 en daarmee op artikel 64 van die wet, niet mee dat betrokkene rechtmatig verblijf heeft in Nederland. Daarvoor is vereist dat de minister de bepaling van toepassing acht. (...) De niet met enige medische verklaring onderbouwde mededeling van appellant dat hij medisch ongeschikt is voor een vliegreis (...) hebben de minister kennelijk geen aanleiding gegeven zich op het standpunt te stellen dat artikel 64 van de Vw 2000 op appellant van toepassing is of onderzoek naar zijn reisvaardigheid te doen. De toepasselijkheid van artikel 64 van de Vw 2000 is ook eerst aan de orde, indien daadwerkelijke uitzetting op handen is. [ABRS, 7 april 2003, 200301730/1, MigratieWeb ve07000738, ro 2.2.1 ev]
  • Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (...) brengt het enkele beroep van de vreemdeling op artikel 64 van de Vw 2000 niet mee dat hij rechtmatig verblijf heeft in Nederland. Daarvoor is vereist dat de minister de bepaling op de vreemdeling van toepassing acht. In de enkele niet nader toegelichte mededeling dat hij ziek is, behoefde de minister geen aanleiding te zien om zich ten aanzien van appellant op dat standpunt te stellen of onderzoek naar zijn reisvaardigheid te doen, te minder nu nog geen sprake was van daadwerkelijke uitzetting. [ABRS, 8 mei 2003, 200301576/1, JV 2003/S314, ro 2.5.2]
  • Ingevolge artikel 64 van de Vw 2000 blijft uitzetting achterwege, zolang het, gelet op de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van een van zijn gezinsleden, niet verantwoord is om te reizen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (...) is de toepasselijkheid van dit artikel eerst aan de orde, indien daadwerkelijke uitzetting op handen is. [ABRS, 6 april 2007, 200608225/1, MigratieWeb ve07000724, ro 2.3]
  • (...) Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (...) is de toepasselijkheid van artikel 64 van de Vw 2000, inhoudende dat uitzetting achterwege blijft indien de vreemdeling om gezondheidsredenen niet kan reizen, eerst aan de orde indien het tijdstip van diens daadwerkelijke uitzetting op handen is. (...) [ABRS, 1 juni 2007, 200702994/1, ro 2.2]
  • Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (...) is de toepasselijkheid van artikel 64 van de Vw 2000, inhoudende dat uitzetting achterwege blijft indien de vreemdeling om gezondheidsredenen niet kan reizen, eerst aan de orde indien het tijdstip van diens daadwerkelijke uitzetting op handen is. (...) [ABRS, 26 juni 2008, 200803632/1, ro 2.4.1]
Uit het beleid van de Staatssecretaris van Justitie volgt dat een beroep op artikel 64 Vw 2000 mogelijk is indien een vreemdeling geen rechtmatig verblijf [meer] heeft waarbij niet van belang is of de uitzetting op korte termijn is gepland [paragraaf A4/7.1 Vc 2000]. Een vreemdeling die zich eerst op het moment dat de daadwerkelijke uitzetting dreigt beroept op een bij hem lang bestaand medisch feit waarvan niet is vastgesteld dat het een beletsel is voor de uitzetting frustreert in de ogen van de Staatssecretaris van Justitie zijn uitzetting en mag een verzoek om een voorlopige voorziening gekoppeld aan een bezwaarschrift naar aanleiding van de afwijzing van de aanvraag om artikel 64 Vw 2000 toe te passen [?] niet af wachten [paragraaf A4/7.5 Vc 2000].

Zo vindt een vreemdeling die 'te vroeg' een beroep doet op artikel 64 Vw 2000 de Afdeling op zijn weg en de vreemdeling die 'te laat' een [betwist] beroep doet op artikel 64 Vw 2000 de Staatssecetaris van Justitie.

Sneu!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten