Een vluchtelingenstatus kan worden ingetrokken, beëindigd, niet worden verlengd [artikel 14(4) Kwalificatierichtlijn] of niet worden verleend [artikel 14(5) Kwalificatierichtlijn] indien
- er goede redenen zijn om de derdelander te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt
- de derdelander een gevaar vormt voor de samenleving van de lidstaat omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf [hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf en gevaar vormt voor de gemeenschap van de lidstaat (2004/83/EG)]
Daarnaast kan de verblijfstitel van een derde lander aan wie de vluchtelingenstatus is verleend niet worden verstrekt of niet worden verlengd indien dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde zich verzetten tegen verstrekking of verlenging van een verblijfstitel [artikel 24 Kwalifcatierichtlijn].
Een derdelander aan wie om de hierboven genoemde redenen geen vluchtelingenstatus wordt verstrekt of wiens vluchtelingenstatus wordt ingetrokken, beëindigd of niet verlengd geniet enkele van de in het Vluchtelingenverdrag genoemde rechten of daarmee vergelijkbare rechten voor zover in de lidstaat aanwezig [artikel 14(6) Kwalificatierichtlijn].
Een derdelander aan wie om de hierboven redenen geen verblijfstitel wordt verstrekt of wiens verblijfstitel wordt ingetrokken, beëindigd of niet verlengd geniet nog alle overige in hoofdstuk VII van de Kwalificatierichtlijn opgesomde rechten en dat zijn er veel meer.
In de Nederlandse regelgeving wordt geen onderscheid gemaakt tussen een vluchtelingenstatus en een verblijfstitel hetgeen niet spoort met het systeem van deKwalificatie richtlijn omdat een verblijfstitel geen 'status' is maar een kenmerk van daarvan [zie Hoofdstuk VII van de Kwalificatierichtlijn].
Dat uit [punt 40 van] de preambule van de Kwalificatierichtlijn volgt dat lidstaten - binnen de grenzen van hun internationale verplichtingen - kunnen bepalen dat een verblijfstitel moet zijn afgegeven alvorens andere kenmerken van een 'status' zoals de toegang tot werkgelegenheid, sociale zekerheid, gezondheidszorg en integratievoorzieningen kunnen worden toegekend doet daar niet aan af.
De mogelijkheid om een vluchtelingenstatus in te trekken, te beëindigen of niet te verlengen of te verlenen is geïmplementeerd [zie hier & hier] in bepalingen die de niet verlening [artikel 29, derde lid van de Vreemdelingenwet jo artikel 3.105d van het Vreemdelingenbesluit] en de intrekking of niet verlenging [artikel 32, eerste lid onder b, van de Vreemdelingenwet jo artikel 3.105d van het Vreemdelingenbesluit] van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd regelen.
De mogelijkheid om een verblijfstitel te verstrekken aan een derdelander aan wie de vluchtelingenstatus is verleend is wel geïmplementeerd [artikel 3.105 van het Vreemdelingenbesluit] maar niet de mogelijkheid om een verblijfstitel niet te verstrekken of niet te verlengen in verband met dwingende redenen van nationale veiligheid of openbare orde.
Ook de mogelijkheid om een verblijfstitel in te trekken, te beëindigen, niet te verlengen of te verstrekken indien er goede redenen zijn om een derde lander te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van de lidstaat waar hij zich bevindt of indien de derdelander een gevaar vormt voor de samenleving van die lidstaat omdat die derdelander is veroordeeld voor en bijzonder ernstig misdrijf is niet geïmplementeerd.
Kan door de niet verlening, de intrekking of niet verlenging van een verblijfsvergunning de vluchtelingenstatus niet worden verstrekt, worden ingetrokken, beëindigd of niet worden verlengd?
Op woensdag 24 juni 2015 wijst het EU Hof van Justitie arrest in de zaak T. tegen Duitsland [C-73/13] waarin de artikelen 21 en 24 van de Kwalificatierichtlijn centraal staan. De opinie van 11 september 2014 is van de hand van AG Sharpston. #eensoortvanvoorproefje
[Aangevuld & gecorrigeerd op 21 juni 2015]