Op 21 september 2023 wijst het EU Hof van Justitie arrest in de zaak ADDE &zovoort t Frankrijk.
In Frankrijk is grenstoezicht aan de binnengrenzen tijdelijk heringevoerd [Hoofdstuk II Schengengrenscode]. Uit de definitiebepaling van de Schengengrenscode volgt dat grenstoezicht bestaat uit grenscontrole en grensbewaking [artikel 2 Schengengrenscode]. Wanneer grenstoezicht aan de binnengrenzen wordt heringevoerd dan zijn de desbetreffende [?] bepalingen van titel II van de Schengengrenscode [artikel 5 van de Schengengrenscode tot en met artikel 21 van de Schengrenscode] van overeenkomstige toepassing [waaronder de mogelijkheid om de toegang te weigeren op grond van artikel 14 van de Schengengrenscode].
In het kader van de herinvoering van grenstoezicht is in de Franse regelgeving opgenomen dat indien bij controle aan de binnengrens blijkt dat een derdelander niet voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst de toegang wordt geweigerd [zie Conclusie AG Rantos 30-03-2023 62022CC0143 pt 17-18].
Volgens een groot aantal 'activistische' organisaties waaronder ADDE, ANAFE, CIMADE en GISTI is voornoemde bepaling in strijd met de Terugkeerichtlijn. Zij hebben de Franse rechter verzocht om vernietiging van die bepaling. Die Franse rechter heeft vervolgens het EU Hof van Justitie prejudiciële vragen gesteld over - zeg maar - de gevolgen van tijdelijke herinvoering van grenstoezicht [01-03-2022 62022CN0143].
Op 30 maart 2023 heeft AG Rantos een conclusie genomen [Conclusie AG Rantos 30-03-2023 62022CC0143]. De prejudiciële vraag van de Franse verwijzende rechter wordt door AG Rantos als volgt 'hertaald':
Met zijn prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of in geval van tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen, onder de voorwaarden van titel III, hoofdstuk II, van de Schengengrenscode, artikel 14 van die code of de bepalingen van richtlijn 2008/115 van toepassing zijn.
Volgens AG Rantos is de Terugkeerrichtlijn van toepassing en niet artikel 14 van de Schengengrenscode. Dat zou volgens AG Rantos volgens uit de door het EU Hof van Justitie gevolgde redenering in de zaken die hebben geleid tot de arresten in de zaken Selina Affum [Sélina Affum t Frankrijk 07-06-2016 ECLI:EU:C:2016:408 62015CJ0047] en Abdelaziz Arib [Abdelaziz Arib t Frankrijk 19-03-2019 ECLI:EU:C:2019:220 62017CJ0444].
In de zaak Selina Affum is eigenlijk niet in geschil dat betrokken valt onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn. Ook in de zaak Abdelaziz Arib is eigenlijk niet in geschil dat betrokkene valt onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn. Wel wordt de vraag opgeworpen of betrokkenen aan de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn kunnen worden onttrokken [op grond van artikel 2, tweede lid, onder a, van de Terugkeerrichtlijn].
IMHO gaat het in de zaken Selina Affum en Abdelaziz Arib om een andere feitelijke situatie dan in de onerhavige zaak. Het is immers niet duidelijk en al helemaal niet zonder meer dat in een situatie waarin aan de binnengrens van een lidstaat wordt gecontroleerd of een derdelander voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst in die lidstaat [zie artikel 2, onder 11, van de Schengengrenscode] die derdelander in die controlerende lidstaat valt onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn.
IMHO valt die derdelander niet onder de werkingssfeer van de Terugkeerrichtlijn in de controlerende lidstaat omdat hij bij controle aan de binnengrens die controlerende lidstaat nog niet is binnengekomen en van een verblijf dat illegaal kan zijn in die controlerende lidstaat geen sprake is.
IMHO - ten slotte - is de Terugkeerrichtlijn niet van toepassing en kan aan de binnengrens de toegang worden geweigerd.
Ik leg er mijn hoofd niet voor onder de tram BTW.
Het arrest van 21 september 2023 staat [samen met vier andere arresten] voor migratierechtadvocaten op het menu van een Luxemburgse Lunch op 29 september 2023. Opgeven kan via dit formulier.
UPDATE [230922]: Het is maar goed dat ik mijn hoofd niet onder de tram heb gelegd. Zie
- EU HvJ ADDE &zovoort t Frankrijk 21-09-2023 ECLI:EU:C:2023:689 62022CJ0143