Volgens een individueel ambtsbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken zijn twee door de asielzoekende X overgelegde verklaringen van A, een Colombiaanse overheidsfunctionaris, waarin staat dat X gevaar loopt bij terugkeer naar zijn land van herkomst, vals. Na schorsing van het onderzoek ter zitting worden verklaringen van overheidsfunctionaris B overgelegd, van een vergelijkbare strekking als die van A, alsmede een document waarin wordt verklaard wie B is en welke functie door haar wordt vervuld. In geschil is of de verklaringen voorzien zijn van apostilles.
De meervoudige kamer van de rechtbank 's-Gravenhage nevenzittingsplaats 's-Hertogenbosch overweegt dat de verklaringen van B geen aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid van het individuele ambtsbericht omdat die verklaringen niets vermelden over de verklaringen van A en de verklaringen niet van apostilles zijn voorzien [Rtb DH nzp DB, 14 januari 2008, Awb 04/47550 en Awb 05/4323].
X stelt hoger beroep in waarbij hij een verklaring van B overlegt, van een apostille voorzien, waarin zij onder meer bevestigt dat de vals bevonden verklaringen door A zijn verstrekt. De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] overweegt dat de door X overgelegde verklaringen niet in overeenstemming zijn met de conclusies van het individuele ambtsbericht. Nu niet zonder aanvullend onderzoek kan worden vastgesteld dat de verklaringen vals zijn valt niet uit te sluiten dat zij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de inhoud van het ambtsbericht bevatten. Onder die omstandigheden kan de Staatssecretaris van Justitie volgens de Afdeling niet zonder meer uitgaan van de juistheid van de juistheid van de conclusies van het individuele ambtsbericht. [ABRS, 1 oktober 2008, 200801087/1].
De in [hoger] beroep overgelegde verklaringen zijn geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 83 Vw maar stukken die een eerder ingenomen standpunt onderbouwen en die bij de beoordeling van een [hoger] beroep kunnen worden betrokken [(Update: 090306: ABRS, 18 februari 2009, 200805938/1) ABRS, 18 december 2003,200305222/1, JV 2004/54 (ro 2.2.2); ABRS, 31 maart 2005, 20040541/1, Migratieweb ve5000620 (ro 2.1.4); ABRS, 24 mei 2005, 200410171/1, AB 2006/2 (ro 2.1.3); Raad van State, Grieven in het bestuurprocesrecht, Het grievenstelsel in het licht van 5 jaar Vreemdelingenwet 2000 en het algemeen bestuursrecht, april 2006 (onder meer pagina 33 ev)].
Ook indien stukken aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid van een ambstbericht kunnen zijn kan er onder omstandigheden een onderzoeksplicht zijn voor de Staatssecretaris van Justitie. Dat lijkt een verruiming ten opzichte van eerdere rechtspraak over aanknopingspunten voor twijfel. De tijd zal het leren.
woensdag 15 oktober 2008
maandag 6 oktober 2008
Binnenlands gewapend conflict [art 15c DRi]: aantonen of aannemelijk maken
Uit rechtspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] volgt dat een asielzoekende vreemdeling die een beroep doet op artikel 15c DRi een binnenlands gewapend conflict [woedende ten tijde van de beslissing op de aanvraag] aannemelijk moet maken indien hij een eerste asielaanvraag indient [ABRS, 29 februari 2008, 200800064/1; ABRS, 20 augustus 2008, 200708962/1; ABRS, 5 september 2008, 200804650/1; ABRS, 5 september 2008, 200803666/1] en dat hij zo'n conflict moet aantonen indien hij een herhaalde novaloze asielaanvraag indient [ABRS, 29 februari 2008, 200703963/1; ABRS, 3 april 2008, 200701108; ABRS, 16 mei 2008, 200702830/1; ABRS 4 juni 2008, 200800966/1; ABRS, 3 september 2008, 200706912/1; ABRS, 15 september 2008, 200802482/1; ABRS, 19 september 2008, 200706934/1].
Uit de rechtspraak van de Afdeling kan voorts worden opgemaakt dat het aannemelijk maken en aantonen van een binnenlands gewapend conflict voor verbetering vatbaar is. Onderbouwing ontbreekt, is gedateerd of heeft betrekking op mensenrechtenschendingen in plaats van op [aanhoudende en samenhangende (zie noot Maarten den Heijer bij ABRS, 20 juli 2007, 200608939/1, JV 2007/442)] militaire operaties.
Een gewaarschuwd Zuster van Liefde telt voor twee.
Uit de rechtspraak van de Afdeling kan voorts worden opgemaakt dat het aannemelijk maken en aantonen van een binnenlands gewapend conflict voor verbetering vatbaar is. Onderbouwing ontbreekt, is gedateerd of heeft betrekking op mensenrechtenschendingen in plaats van op [aanhoudende en samenhangende (zie noot Maarten den Heijer bij ABRS, 20 juli 2007, 200608939/1, JV 2007/442)] militaire operaties.
Een gewaarschuwd Zuster van Liefde telt voor twee.
Abonneren op:
Posts (Atom)