- Is het besluit op de nieuwe asielaanvraag een besluit van gelijke strekking als het eerdere afwijzende besluit? Zo nee:
- Liggen aan de nieuwe aanvraag nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ten grondslag? Zo nee:
- Is er sprake van een relevante wijziging van het recht?
Worden alle vragen met nee worden beantwoord is er voor een rechterlijke toetsing van het besluit op de nieuwe aanvraag geen plaats.
De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] beantwoordt de vraag of het besluit op de nieuwe asielaanvraag van een asielzoekende vreemdeling, die voor het eerst [na verstrijken van de implementatietermijn van de Definitierichtlijn] een beroep doet op artikel 15c DRi , van gelijke strekking is als het afwijzende besluit op een eerdere asielaanvraag ontkennend, impliciet [ABRS, 19 september 2008, 200706934/1; ABRS, 4 juni 2008, 200800966/1; ABRS, 16 mei 2008, 200702830/1; ABRS, 3 april 2008, 200701108/1 ] of expliciet [ABRS, 3 december 2008, 200801387/1; ABRS, 27 november 2008, 200802472/1; ABRS, 26 november 2008, 200801128/1; ABRS, 19 november 2008, 200700254/1; ABRS, 22 oktober 2008, 200706102/1; ABRS, 17 oktober 2008, 200701232/1 & 200701298/1 & 200704691/1 & 200705072/1 & 200801290; ABRS, 15 september 2008, 200802482/1; ABRS, 3 september 2008, 200706912/1].
Indien artikel 15c DRi een nieuwe grond is voor toelating die niet eerder bestond is het de vraag of een besluit op een nieuwe asielaanvraag waarin een beroep op artikel 15c DRi wordt gedaan een besluit is van gelijke strekking als het eerdere afwijzende besluit. Is een beroep op artikel 15c DRi dan niet gebaseerd op een nieuw feitencomplex dat een zelfstandig karakter heeft ten opzichte van de eerdere asielaanvraag? In dat geval is van een herhaalde aanvraag die met toepassing van artikel 4:6 Awb kan worden afgedaan geen sprake [ABRS, 31 oktober 2002 (zinledige verwijzing na eerdere afwijzende beschikking), LJN AF2853; ABRS, 31 mei 2005 (asielaanvraag na terugkeer land van herkomst: nieuw feitencomplex met zelfstandig karakter tov eerdere asielaanvraag), JV 2005/255, mn TS ; ABRS, 20 december 2006, 200607242/1 (asielaanvraag na terugkeer land van herkomst), LJN AZ5991, MigratieWeb ve07000067; ABRS, 27 april 2007, 200701212/1 (asielaanvraag na terugkeer land van herkomst), LJN BA4658, MigratieWeb ve07000908; ABRS 22 november 2007, 200705487/1 (bekering in de beroepsfase), JV 2008/39 mn TS, MigratieWeb ve08000002; ABRS, 26 mei 2008, 200800351/1 (bekering in beroepsfase), LJN BD3183].
Onder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden, voor zover van belang voor deze blogpost, feiten of omstandigheden begrepen die niet vóór het eerdere afwijzende besluit konden en derhalve, gelet op artikel 31 lid 1 Vw, behoorden te worden aangevoerd [onder meer: ABRS, 6 maart 2008, 200706839/1]. Artikel 31 lid 1 Vw bepaalt dat een asielzoekende vreemdeling omstandigheden aannemelijk moet maken die een rechtsgrond voor verlening vormen.
Indien artikel 15c DRi ten tijde van de eerdere asielaanvraag nog geen rechtsgrond voor verlening vormde dan behoorden feiten en omstandigheden ter onderbouwing van een beroep op artikel 15c DRI toentertijd niet te worden aangevoerd. Feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd aan het beroep op artikel 15c DRi bij de nieuwe aanvraag moeten daarom worden aangemerkt als nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.
Overigens valt een asielzoekende vreemdeling onder de reikwijdte van artikel 15c DRi indien zich in het land van herkomst ten tijde van het afwijzende besluit een binnenlands gewapend conflict voordoet [ABRS, 20 juli 2007, 200608939/1; ABRS, 3 april 2008, 200701108/1, LJN BC8681]. Indien het bestaan van binnenlands gewapend conflict, dat wil zeggen aanhoudende en samenhangende militaire operaties, ten tijde van het afwijzende besluit van belang is voor de beoordeling van de vraag of een asielzoekende vreemdeling valt onder de reikwijdte van artikel 15c DRi dan lijkt per definitie sprake te zijn van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.
Gelet op het bovenstaande zou aan de vraag of artikel 15c DRi voor een asielzoekende vreemdeling gewijzigd recht is niet meer moeten worden toegekomen. Het belang dat die asielzoekende vreemdeling daarbij heeft is dat hij niet een gewapend conflict hoeft aan te tonen maar 'slechts' aannemelijk te maken.
[Update 090305: Zie ABRS, 11 februari 2009, 200808185/1 (nogal kip/ei imho)]