Tussentijdse toetsing [ro 37 t/m 52]
Bewaring moet met redelijke tussenpozen worden getoetst op verzoek van de derdelander of ambtshalve. Na het verstrijken van de 6 maandentermijn [ dat is kennelijk 'een lange periode'] wordt elke toetsing aan een rechterlijke controle onderworpen. Met het oog op verdedigingsrechten en om de rechter in staat te stellen de toetsing te controleren moet na de toetsing een schriftelijk besluit worden genomen.
Omvang & indringendheid rechterlijke toetsing na 6 maanden bewaring [ro 53 t/m 64]
De bewaringsrechter moet na het verstrijken van de 6 maandentermijn ambtshalve & vol toetsen of
- een lichter middel doeltreffend kan worden toegepast
- er sprake is van een onderduikrisico dan wel een ontwijken of belemmeren
- er een redelijk vooruitzicht is op verwijdering
- de verwijdering wellicht meer tijd vergt omdat de betrokken derdelander niet mee werkt dan wel omdat de nodige documentatie uit derde landen op zich laat wachten
Toetsing verlenging(en) [75 t/m 85]
De vraag of de omstandigheid dat de verwijdering meer tijd vergt een verlenging van de bewaring rechtvaardigt moet als volgt worden beantwoord:
- is de lidstaat in staat om aan te tonen dat de verwijdering langer duurt dan voorzien [vereist is dat de lidstaat actieve inspanningen heeft geleverd en blijft leveren om documenten te verkrijgen], zo ja
- geeft de derdelander blijk van een gebrek aan medewerking, zo ja
- vergt de verwijdering meer tijd vanwege het gebrek aan medewerking