vrijdag 14 november 2008

Verzoeken om een uitzettingsverbod hangende hoger beroep

Niet op voorhand is aannemelijk dat de aangevallen uitspraak in hoger beroep in stand zal blijven. Nu voorts is gebleken van een spoedeisend belang, als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, komt het verzoek op na te melden wijze voor toewijzing in aanmerking.

Op de website van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State zijn 5 uitspraken te vinden waarin het verzoek van een appellerende vreemdeling om een uitzettingsverbod hangende het hoger beroep is toegewezen [gezocht op: "niet op voorhand is aannemelijk" spoedeisend].

In 1 bodemzaak is het hoger beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard [ABRS, 15 november 2007, 200706949/2 (bodem, art 3lid 2 DVo)].

In 2 bodemzaken is het hoger beroep gepeekt [ABRS, 19 februari 2008, 200801197/2 (bodem, asiel); ABRS, 13 maart 2008, 200709100/2 (bodem, regulier)].

In 2 bodemzaken is nog geen uitspraak gedaan [ABRS, 17 juli 2008, 200805378/2 (bodem?, ongewenstverklaring); ABRS, 8 oktober 2008, 200802818/3 (bodem?, asiel)].

Geen opmerkingen:

Een reactie posten