Een al wat oudere uitspraak maar de moeite van het [zonder commentaar] vermelden waard omdat de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State weer eens om is.
In de uitspraak van 21 juli 2009 overweegt de Afdeling:
(...)
De Afdeling is evenwel thans van oordeel dat (...) van de vermoedens van de vreemdeling die deel uitmaken van de gebeurtenissen die volgens zijn asielrelaas hebben plaatsgevonden, dienen te worden onderscheiden de door de vreemdeling aan die gebeurtenissen ontleende vermoedens over wat hem bij terugkeer naar het land van herkomst te wachten staat.
De rechter dient met de terughoudendheid als hiervoor omschreven te toetsen of de staatssecretaris zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de vermoedens van de vreemdeling die deel uitmaken van de gebeurtenissen die volgens zijn asielrelaas hebben plaatsgevonden, niet plausibel te achten zijn en dientengevolge niet als geloofwaardig kunnen worden aangenomen.
Bij de toetsing door de rechter van het standpunt van de staatssecretaris omtrent het realiteitsgehalte van de door de vreemdeling aan de niet ongeloofwaardig geachte feiten en omstandigheden ontleende vermoedens over wat hem bij terugkeer naar het land van herkomst te wachten staat, is voor evenbedoelde terughoudendheid evenwel geen plaats.
(...)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten