zondag 4 oktober 2009

Geloofwaardigheid asielrelaas & op reisroute betrekking hebbende documenten

Het toerekenbaar ontbreken van op de reisroute betrekking hebbende documenten wordt betrokken bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas van een asielzoekende vreemdeling. Het is de vraag of dat in overeenstemming is met bepalingen van het Europees Asielsysteem.

Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 31 lid 2f Vw kan worden opgemaakt dat met die bepaling wordt beoogd de vaststelling van de voor een behandeling van de voor een asielverzoek verantwoordelijke lidstaat te dienen [26 088, nr. 3, Memorie van Toelichting, Wijziging van de Vreemdelingenwet (ongedocumenteerden)]. Dat geldt in ieder geval voor wat betreft op de reisroute betrekking hebbende documenten [zie bijvoorbeeld paragraaf C4/3.6.2 Vc 2000].

Artikel 2 aanhef en onder e van de Dublinverordening definieert ‘behandeling van een asielverzoek’ als ‘alle maatregelen in verband met de behandeling van en beslissingen of uitspraken van bevoegde instanties over een asielverzoek overeenkomstig het nationaal recht, met uitzondering van de procedures waarbij wordt bepaald welke lidstaat krachtens de bepalingen van deze verordening verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek’.

Indien op de reisroute betrekking hebbende documenten relevant zijn voor de beoordeling van de vraag welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dan volgt uit artikel 2 aanhef en onder e van de Dublinverordening dat die op de reisroute betrekking hebbende documenten bij de behandeling van een asielverzoek en derhalve bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het asielrelaas niet behoren te worden betrokken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten