De eerste uitspraak op een beroep van een derdelander met een niet permanent verblijfsrecht tegen de beëindiging van de tijdelijke bescherming - met ingang van 4 september 2023 - kwam op 9 augustus 2023 tot stand en werd gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank Den Haag zp Rotterdam [ECLI:NL:RBDHA:2023:11897]. Daar waren we niet blij mee. Ik niet althans. Niet met de inhoud en niet met de uitkomst.
De tweede uitspraak op een beroep van een derdelander met een niet permanent verblijfsrecht tegen de beëindiging van de tijdelijke bescherming kwam op 30 augustus 2023 tot stand en werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Den Haag zp Roermond [ECLI:NL:RBDHA:2023:12912]. Daar waren we wel blij mee. Ik wel althans. Met de uitkomst. Over de inhoud valt naar mijn mening te twisten. Dat is niet vreemd om redenen genoemd in de uitspraak zelf. De Richtlijn Tijdelijke Bescherming [32001L0055] en het Uitvoeringsbesluit van de Raad [32022D0382] roepen vooral veel vragen op over van alles en nog wat.
Eind augustus 2023, begin september 2023 regende het uitspraken waarbij verzoeken om een voorlopige voorziening van derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne werden ingewilligd of ordemaatregelen werden getroffen. Niet alleen door voorzieningenrechters van de rechtbank Den Haag (van bijna alle zittingsplaatsen) maar ook door de voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [ECLI:NL:RVS:2023:3349, (vrijdagnacht als we de bewindspersoon mogen geloven) 01-09-2023] .
De uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State was voor de bewindspersoon aanleiding om voor de gehele groep derdelanders de beëindiging van de tijdelijke bescherming onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming te bevriezen tot de uitspraak in het hoger beroep door de de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State is gedaan [Bijlage bij Afschrift van de brief aan gemeenten over de uitspraak van de Raad van State over de voorlopige voorziening beëindiging Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) derdelanders uit Oekraïne].
In een brief van 6 september 2023 schrijft de bewindspersoon aan een van die derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne over de duur van de bevriezing:
- De rechtbank of de Raad van State heeft u een voorlopige voorziening toegewezen > Uw pasje blijft geldig tot de voorlopige voorziening in uw zaak stopt. Of tot de rechtbank of Raad van State een definitieve beslissing heeft genomen op uw (hoger) beroep.
- De rechtbank heeft een definitieve beslissing genomen in uw rechtszaak > Hebt u een positieve beslissing gekregen van de rechtbank? Dan gaat de IND in hoger beroep tegen deze beslissing. Alleen als de Raad van State nog geen duidelijkheid heeft gegeven of de IND de tijdelijke bescherming heeft mogen stoppen. Uw pasje blijft geldig totdat de Raad van State heeft beslist op dit hoger beroep.
- U hebt geen eigen rechtszaak lopen > Uw pasje blijft geldig totdat de Raad van State een definitieve beslissing heeft genomen op een hoger beroep en uit de beslissing blijkt dat de IND het recht op tijdelijke bescherming heeft mogen stoppen. Dit geldt voor alle derdelanders met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning die niet in beroep zijn gegaan tegen het besluit dat zij hebben ontvangen.
Terug naar de uitspraak van de rechtbank Den Haag zp Roermond. Kort.
IMHO kan uit de Richtlijn Tijdelijke Bescherming en het Uitvoeringsbesluit van de Raad worden opgemaakt dat het begrip hun land of regio van oorsprong soms verwijst naar Oekraïne en soms naar het land waarvan derdelanders met een niet permanent verblijsfrecht in Oekraïne de nationaliteit hebben. Uit de context van de bepaling waarin het begrip hun land of regio van oorsprong is opgenomen kan worden afgeleid of wordt verwezen naar Oekraïne dan wel naar naar het land waarvan derdelanders met een niet permanent verblijsfrecht in Oekraïne de nationaliteit hebben [zie ook Richtlijn Tijdelijke bescherming (2001/55/EG) jo Uitvoeringsbesluit van de Raad].
IMHO is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen categorieën ontheemden niet een onderscheid dat is terug te voeren tot de verplichting om wel of niet om tijdelijke bescherming te verlenen maar tot de 'grondslag' van de tijdelijke bescherming. Op basis van het Uitvoeringsbesluit van de Raad dan wel op basis van een besluit van een lidstaat op grond van artikel 7 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.
Het verwarrende is IMHO dat artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit van de Raad het mogelijk maakt om een specifieke categorie van ontheemden tijdelijke bescherming te verlenen op basis van het Uitvoeringsbesluit op basis van een daartoe strekkend besluit van een lidstaat.
IMHO gaat het onder meer om ontheemde derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne die niet in staat zijn om in veilige en duurzame omstandigheden terug te keren naar het land waarvan ze de nationaliteit hebben.
Of ontheemde derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne wel of niet in staat zijn om in veilige en duurzame omstandigheden terug te keren naar het land waarvan ze de nationaliteit hebben behoeft niet per definitie een individuele beoordeling. Het is - naar mag worden aangenomen - volstrekt duidelijk dat op dit moment bijvoorbeeld Syrische en Jemenitische derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne niet in staat zijn om in veilige en duurzame omstandigheden terug te keren naar het land waarvan ze de nationaliteit hebben.
Indien Jemenitische en Syrische derdelanders via artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit van de Raad niet tijdelijke bescherming moeten worden verleend dan zullen de beroepen op internationale bescherming van die derdelanders in behandeling moeten worden genomen. En dat was nu net niet de bedoeling van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.
Artikel 7 van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming maakt het mogelijk om tijdelijke bescherming te verlenen aan ontheemde derdelanders die niet vallen onder het Uitvoeringsbesluit van de Raad bijvoorbeeld derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne die wel in staat zijn om in veilige en duurzame omstandigheden terug te keren naar het land waarvan ze de nationaliteit hebben. Bijvoorbeeld omdat ze uit wat 'wij' noemen een veilig land van herkomst komen.
Omdat de bewindspersoon ervoor gekozen heeft om op grond van artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit van de Raad dat besluit toe te passen op ontheemde derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne EN omdat besloten is om af te zien van de toets of veilige en duurzame terugkeer naar het land of de regio van herkomst mogelijk is [19637 nr. 2907 30-03-2022 Vreemdelingenbeleid; Brief regering; Aanpak opvang ontheemden uit Oekraïne] vallen ook derdelanders met een niet permanent verblijfsrecht in Oekraïne die wel in staat zijn om in veilige en duurzame omstandigheden terug te keren naar het land waarvan ze de nationaliteit hebben onder artikel 2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit van de Raad.
Tot zover mijn stokpaardje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten