Een terugkeerbesluit is een voorwaarde voor een op de Terugkeerrichtlijn gebaseerde bewaring [ABRS, 22 maart 2013, 201302307/1/V3].
In een uitspraak van 12 mei 2014 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna:Afdeling] overwogen dat een terugkeerbesluit waarin de vertrektermijn op nihil is gesteld omdat de betrokken derdelander een gevaar is voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid kan vallen onder de reikwijdte van de prejudiciële vragen die de Afdeling op 23 oktober 2013 aan het EU Hof van Justitie heeft gesteld over artikel 7, vierde lid van de Terugkeerichtlijn [ABRS, 12 mei 2014, 201400324/1/V3; ABRS, 23 oktober, 201112799/1/V3 &201202062/1/V3; EU HvJ, Zh & O t NL, C-554/13].
Volgens de Afdeling zijn sommige feiten en omstandigheden naar hun aard evident niet van belang voor de beoordeling of een derdelander een gevaar vormt voor de openbare orde terwijl er voorts feiten en omstandigheden zijn waaruit buiten tot prejudiciële verwijzing
nopende twijfel blijkt dat een derdelander al dan niet een gevaar vormt voor de openbare
orde.
Indien er sprake is van feiten en omstandigheden die niet evident niet van belang zijn of van feiten en omstandigheden waaruit tot prejudiciële verwijzing nopende twijfel blijkt dat de vreemdeling
al dan niet een gevaar vormt voor de openbare orde valt het terugkeerbesluit onder de reikwijdte van de prejudiciële vragen en kan op dat terugkeerbesluit geen bewaring worden gebaseerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten