vrijdag 6 mei 2011

EU HvJ, Shirley McCarthy t VK, 5 mei 2011, C‑434/09

Uit het arrest van het EU Hof van Justitie van 5 mei 2011 in  de zaak van Shirley McCarthy tegen  het Verenigd Koninkrijk lijken na enkele misschien wel te vluchtige lezingen de volgende voorzichtige conclusies te kunnen worden getrokken [EU HvJ, 5 mei 2011, C‑434/09].

Op artikel 20 VWEU kan een beroep worden gedaan indien iemand 'gedwongen' wordt het grondgebied van de lidstaten te verlaten als gevolg van het verlies van de nationaliteit van een lidstaat (Rottman) of omdat hij niet anders kan als gevolg waarvan hem het effectieve genot van het burgerschap van de wordt Unie ontzegd (Zambrano).

Op artikel 21 VWEU kan een beroep worden gedaan indien een onderdaan van een lidstaat het effectieve genot wordt ontzegd van het burgerschap van de Unie (Jipa?) of indien het recht om vrij te reizen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten hem wordt belemmerd (Garcia Avello, Grunkin & Paul).

Op de Unieburgerrichtlijn kan geen beroep worden gedaan door iemand die zijn recht van vrij verkeer nooit heeft uitgeoefend, die altijd heeft verbleven in een lidstaat waarvan hij de nationaliteit bezit en die ook de nationaliteit van een andere lidstaat bezit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten