Bij het hoger-beroepschrift is een afschrift van de uitspraak, waarop hetgeschil betrekking heeft, overgelegd, waarvan de dragende overwegingenwaartegen de grieven zijn gericht door arcering deels niet leesbaar zijn. Gesteld nog gebleken is dat het niet mogelijk was een volledig leesbaar afschrift van deuitspraak te overleggen.
[ABRS, 27 februari 2009, 200709093/1, MigratieWeb ve08000440; hoger beroep niet ontvankelijk, sinds deze uitspraak is bij ons het gebruik van markeerstiften streng verboden].
Indien in hoger beroep de bestreden uitspraak [deels] niet wordt overgelegd of onleesbaar is verklaart de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] het hoger beroep met een verwijzing naar artikel 6.5 lid 2 Awb jo artikel 6.24 Awb jo artikel 85 lid 3 Vw 2000 niet ontvankelijk.
Wat nu indien een appellerende vreemdeling een aangevallen uitspraak in strijd met artikel 8:79 Awb niet volledig [CRvB, 20 mei 2003, 01/557 WAO + 01/752 WAO, LJN : AF9327; via ISBN 9789013054224, paragraaf 4.8.3] van de rechtbank heeft ontvangen? Bijvoorbeeld omdat een of meer maar niet alle bladzijden ontbreken of omdat een of meer maar niet alle bladzijden op een andere zaak betrekking hebben.
Tot voor kort leek dat te leiden tot [ambtshalve?] vernietiging van de [onvolledige] uitspraak [ABRS, 26 maart 2003, 200301130/1 (Migratieweb)].
In een uitspraak van 10 augustus 2009 overweegt de Afdeling echter dat geen rechtvaardiging voor het niet overleggen van een volledige uitspraak is gelegen in het door vreemdeling gestelde feit dat de rechtbank geen volledig exemplaar van de aangevallen uitspraak heeft verzonden aangezien de vreemdeling eerst na afloop van de termijn voor het indienen van een hoger-beroepschrift de rechtbank heeft verzocht hem alsnog een volledig exemplaar toe te zenden [ABRS, 10 augustus 2009, 200905146/1/V3].
Het is niet duidelijk of de appellerende vreemdeling gegriefd heeft over schending van artikel 8:79 Awb. Ik vraag me af of dat verschil zou hebben uitgemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten