- voor het verkrijgen van een reisdocument is terugkeer naar naar het land van herkomst van X nodig hetgeen niet mogelijk is zonder reisdocument;
- de ouders van X zijn vermoord;
- X spreekt de taal van het land van herkomst niet;
- X heeft in Nederland een opleiding genoten
- in het land van herkomst ontbreekt opvang voor X en haar kind;
- de verblijfsweigering is een schending van het recht op een familie- of gezinsleven.
De Afdeling overweegt [in mijn woorden] in de uitspraak van 23 januari 2009 [ABRS, 23 januari 2009, 200802471/1] dat de eerste genoemde omstandigheid er een is die wordt beoordeeld in het kader van een beroep op de verblijfsbeperking 'buiten schuld' en dat de laatst genoemde omstandigheid er een is die wordt beoordeeld in het kader van een beroep op de verblijfsbeperking 'gezinshereniging/vorming'.
De Afdeling overweegt verder [in mijn woorden] dat de omstandigheid dat de ouders van X zijn vermoord beoordeeld is in het kader van haar asielprocedure en daarom geen bijzondere individuele omstandigheid is in de zin van artikel 3.52 Vb.
De Afdeling overweegt voorts [in mijn woorden] dat inburgering een ingecalculeerd risico is van het bijzondere AMV-beleid en daarom niet kan worden aangemerkt als een bijzondere individuele omstandigheid in de zin van artikel 3:52 Vb.
De Afdeling overweegt ten slotte dat de stelling dat opvang voor X en haar kind in haar land van herkomst ontbreekt niet is onderbouwd.
Is er nog een bijzondere individuele omstandigheid te bedenken die niet al eerder is beoordeeld, elders voor beoordeling vatbaar is of een bedrijfsrisico is.
[Update 090313: Zie ook ABRS, 27 februari 2009, 200804807/1]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten