Op 3 december 2008 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] in een tweetal uitspraken uitgebreid gemotiveerd overwogen dat de zogenaamde pardonminuut een met een beschikking gelijkgestelde handeling is in de zin van artikel 72 lid lid 3 Vw [ABRS, 3 december 2008, 200802873/1 & 200803104/1]. Daar is niet iedereen even gelukkig mee maar uitgeprocedeerde asielzoekers die menen ten onrechte niet te zijn gepardond vast wel.
Uit de uitspraken wordt duidelijker dan voorheen wat het bereik is van artikel 72 lid 3 Vw.
De Afdeling overweegt met een verwijzing naar de parlementaire geschiedenis van de oude en de nieuwe vreemdelingenwet dat een handeling in de zin van artikel 72 lid 3 Vw wel rechtens relevant moet zijn maar niet hoeft te zijn gericht op enig rechtsgevolg [zoals de Staatssecretaris van Justitie had gegriefd].
De Afdeling overweegt voorts dat een aanspraak op toelating die geen verband houdt met een eerdere afgewezen aanvraag niet aan de orde kan worden gesteld door het aanwenden van een rechtsmiddel tegen [een andere handeling in de zin van artikel 72 lid 3 Vw namelijk] een concrete uitzettingshandeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten