Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeker met deze gegevens feiten en omstandigheden heeft aangedragen die niet vóór het nemen van het eerdere besluit konden worden overgelegd. Gelet op de inhoud van deze stukken kan, nu een en ander gerede twijfel doet rijzen omtrent de volledigheid en juistheid van het deelambtsbericht[van de Minister van Buitenlandse Zaken van februari 2000 over veiligheidsdiensten in Afganistan,ZvL], niet worden gesteld dat deze stukken niet kunnen afdoen aan het eerdere besluit en ds overwegingen waarop het berust. (...) Gelet voorts op deze notitie van de UNHCR alsmede het feit dat verweerder een notitie over (Afghaanse) 1F-zaken in voorbereiding heeft, waarbij, naar de voorzieningen rechter veronderstelt, deze notitie zeker zal worden meegenomen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder deze zaak niet heeft kunnen afdoen in een AC-procedure.
De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] 'hertaalde', om met mr Thomas Spijkerboer te spreken [zie noot mr TS bij ABRS, 13 mei 2005, JV 2005/255], deze overweging in een uitspraak van 12 november 2008 [ABRS, 12 november 2008, 200803870/1] als volgt:
De Afdeling verstaat de aangevallen uitspraak aldus, dat de voorzieningenrechter aan de vernietiging van het besluit kennelijk ten grondslag heeft gelegd dat de "Note on the Structure and Operation of the [weer zo'n rare anonimisering van de Afdeling, ZvL] Afghanistan 1978-1992" van de United Nations High Commissioner for Refugees (hierna: de UNHCR-Note) gedateerd 13 mei 2008, een nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid is, zoals bedoeld in de vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 6 maart 2008 in zaak nr. 200706839/1, {...}) en het besluit, gelet op de aard en strekking van de UNHCR-Note en de omstandigheid dat de staatssecretaris een notitie over (Afghaanse) IF-zaken in voorbereiding heeft waarbij de UNHCR-Note zal worden betrokken, derhalve niet in de zogenoemde AC-procedure kon worden genomen.& peekte vervolgens het hoger beroep van de Staatssecretaris van Justitie.
De voorzieningenrechter hinkte met betrekking tot de notitie van de UNHCR op 2 onvaste benen en benaderde de notitie enerzijds als een [concreet] aanknopingspunt voor twijfel aan de juistheid en volledigheid van het ambstbericht van de Minister van Buitenlandse Zaken over veiligheidsdiensten in Afghanistan en anderzijds als een nieuw feit waarvan niet bij voorbaat is uitgesloten dat het af kan doen aan een eerder besluit.
De Afdeling maakt in de uitspraak van 12 november 2008 duidelijk dat van een concreet aanknopingspunt voor twijfel [nog?] geen sprake is.
Overigens is het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de notitie in overleg getreden met onder meer de UNHCR Kabul [31700 VI, nr. 6, pagina 30; 31700 VI, nr. 18, pagina 12 (via http://www.overheid.nl/op)]. Het is niet duidelijk of daaraan een verzoek van de Staatssecretaris van Justitie ten grondslag ligt maar het begint er op te lijken dat de notitie toch twijfel heeft doen oproepen.
Opmerkelijk is dat de Staatssecretaris van Justitie in de hitte van het overleg over de notitie van de UNHCR op 9 oktober 2008 verwijst naar 'de' uitspraak van de rechtbank van 14 juli 2008 [bedoeld wordt denk ik Rtb DH zp DB, 14 juli 2008, Awb 08/2653, LJN Bd8298] waarin de rechtbank oordeelt dat de notitie van de UNHCR geen concrete aanknopingspunten biedt voor twijfel aan de juistheid van het ambtsbericht [31700 VI, nr. 18, pagina 13]. Zou ze toen niet hebben geweten van de uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 mei 2008? & zou ze nu al weten van de peek van 12 november 2008?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten