donderdag 11 november 2010

Implementatie Terugkeerrichtlijn & art 64 Vw jo art 8j Vw

De Terugkeerrichtlijn die op 24 december 2008 in werking is getreden en op 24 december 2010 moet zijn geïmplementeerd is van toepassing op illegaal op het grondgebied van de EU lidstaten verblijvende derdelanders [Ri 2008/115/EG].

Illegaal verblijf is de aanwezigheid op het grondgebied van een lidstaat van een derdelander die niet of niet langer voldoet aan voorwaarden voor toegang tot, verblijf of vestiging in die lidstaat. Een terugkeerbesluit is een beslissing waarin een terugkeerverplichting wordt opgelegd en een vertrektermijn van 0 tot 30 dagen wordt vastgesteld.

Lidstaten moeten een terugkeerbesluit uitvaardigen jegens een illegale derdelander maar kunnen daarvan afzien of het terugkeerbesluit intrekken of schorsen indien de illegale derdelander een vorm van toestemming van verblijf wordt gegeven. Naar moet worden aangenomen is van een vorm van toestemming in ieder geval sprake indient dat voortvloeit uit Unierecht.

Verwijdering van een illegale derdelander jegens wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd moet worden uitgesteld indien verwijdering in strijd is met het refoulementverbod of in het geval van opschorting van het terugkeerbesluit. Verwijdering kan worden uitgesteld op grond van specifieke omstandigheden in een individueel geval.

Een terugkeerbesluit gaat gepaard met een inreisverbod indien de vetrektermijn op nul is gesteld of aan de terugkeerverplichting niet is voldaan. In overige gevallen kan een terugkeerbesluit een inreisverbod omvatten.

Het wetsvoorstel tot implementatie van de Terugkeerrichtlijn is in behandeling bij de Tweede Kamer [32420]. Het is IMHO een nogal rommelig voorstel.

Bij wijze van voorbeeld.

Artikel 64 Vw jo artikel 8j Vw bepaalt dat een vreemdeling die om medische redenen niet in staat is om te reizen rechtmatig verblijf heeft.

In artikel 64 Vw jo artikel 8j Vw wordt geïmplementeerd in de mogelijkheid om van het uitvaardigen van een terugkeerbesluit af te zien indien een vorm van toestemming van verblijf wordt gegeven [artikel 6 lid 4 TRi], in de mogelijkheid om de vertrektermijn te verlengen [artikel 7 lid 2 TRi] en in de mogelijkheid om verwijdering uit te stellen op grond van specifieke omstandigheden in een individueel geval [artikel 9 lid 2a TRi]. Bovendien wordt bepaald dat in het geval artikel 64 Vw jo artikel 8j Vw van toepassing is geen reisverbod wordt uitgevaardigd [artikel 11 lid 3 TRi jo artikel 66a Vw].

Artikel 6 lid 4 van de Terugkeerrichtlijn bepaalt ook dat indien na het opleggen van een terugkeerbesluit een vorm van toestemming van verblijf wordt gegeven het terugkeerbelsuit wordt ingetrokken of opgeschort. Die intrekking/opschorting is IMHO ten onrechte niet geïmplementeerd.

Indien een derdelander na het opleggen van een terugkeerbesluit rectmatig verblijf krijgt op grond van artikel 8j Vw moet het terugkeerbelsuit worden ingetrokken of opgeschort en is vertrek, verwijdering en een verbod op inreis helemaal niet meer aan de orde.

Sinds 1 juli 2010 wordt artikel 64 Vw overigens  in beginsel niet toegepast wanneer een asielzoekende derdelander op grond van de Dublinverordening kan worden overgedragen omdat de medische voorzieningen in lidstaten vergelijkbaar worden verondersteld tussen de lidstaten [C4/7.2.1.2].

Wordt de derdelander die om medische redenen niet in staat is te reizen de lidstaat die verantwoordelijk wordt geacht voor de behandeling van het asielverzoek ingestraald?

[Gewijzigd op 20 november 2010]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten