zondag 22 augustus 2010

Dublinonderzoek tijdens of na de R&VT

In een arrest van 13 augustus 2010 overwoog het United Kingdom Supreme Court [voorheen House of Lords] dat een asielverzoek in de zin van de Opvangrichtlijn dezelfde betekenis heeft als een asielverzoek in de zin van de Procedurerichtlijn [en concludeerde BTW dat de Opvangrichtlijn ook van toepassing is in het geval van herhaalde asielverzoeken] (UKSC, 13 augustus 2010, [2010] UKSC 36; Summary).

Indien een asielverzoek in de zin van de Opvangrichtlijn dezelfde betekenis heeft als een asielverzoek in de zin van de Procedurerichtlijn ligt het voor de hand dat dat ook geldt voor asielverzoeken in de zin van de Eurodacverordening en de Dublinverordening

Artikel 4 lid 2 van de Dublinverordening bepaalt wanneer een asielverzoek geacht wordt te zijn ingediend. De Dublinverordening bepaalt niet hoe een asielverzoek moet worden ingediend. Dat werd overgelaten aan het nationale recht dat inmiddels wordt gereguleerd door de Procedurerichtlijn. [Hemme Battjes, European Asylum Law and International Law, 2006, ISBN 9004150870, blz 291]

Artikel 6 lid 1 van de Procedurerichtlijn bepaalt dat lidstaten kunnen voorschrijven dat asielverzoeken persoonlijk en/of op een aangewezen plaats moeten worden ingediend. Nederland heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt en artikel 6 lid 1 van de Procedurerichtlijn geïmplementeerd in artikel 36 van de Vreemdelingenwet,  artikel 3.108 van het Vreemdelingenbesluit en artikel 3.42 van het Voorschrift Vreemdelingen [30976 nr 3, Memorie van Toelichting, Transponeringstabel].

Artikel 36 van de Vreemdelingenwet bepaalt dat een asielaanvraag wordt ingediend door de vreemdeling of zijn wettelijke vertegenwoordiger, artikel 3.108 van het Vreemdelingenbesluit dat een aanvraagformulier bij ministeriele regeling wordt vastgesteld [Model i] en dat de asielaanvraag in persoon wordt ingediend op een bij ministeriële regeling te bepalen plaats en artikel 3.42 van het Voorschrift Vreemelingen dat de asielaanvraag wordt ingediend in het Aanmeldcentrum te Den Bosch, Ter Apel of Zevenaar.

Uit het voorgaande volgt IMHO dat een asielverzoek geacht wordt te zijn ingediend nadat een asielzoekende vreemdeling in Aanmeldcentrum Den Bosch, Ter Apel of Zevenaar een formulier Model i heeft ingevuld en ondertekend en dat pas daarna kan worden aangevangen met Eurodac- en Dublinonderzoek.

Daarna hoeft echter niet meer te worden aangevangen met Eurodac- en Dublinonderzoek omdat de asielzoekende vreemdeling in de Rust- en voorbereidingstermijn rechtmatig verblijf genoot op grond van artikel 8m van de Vreemdelingenwet welk verblijf geacht wordt te vallen onder de definitie van verblijfstitel in de zin van artikel 2j van de Dublinverordening en door welk verblijf Nederland verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van de asielaanvraag [vergelijk ABRS, 12 juli 2010, 201000724/1/V3 (Art 64 Vw jo art 8j Vw = art 2j DVo)].

Geen opmerkingen:

Een reactie posten