woensdag 16 april 2008

Voortgangsberoep & Doorbreking Appelverbod

Uit artikel 84 Vw volgt dat geen hoger beroep openstaat tegen een uitspraak van de bewaringsrechter op een voortgangsberoep. Voor kennisneming van een hoger beroep kan desondanks grond bestaan indien sprake is van zodanige schending van eisen van goede procesorde dan wel fundamentele rechtsbeginselen, dat van een eerlijk proces geen sprake is.

Voor doorbreking van het appelverbod bestaat geen grond in het geval van niet tijdige voortgangsrapportage [ABRS, 30 mei 2007, 200703238/1; ABRS, 28 juni 2007, 200704145/1; ABRS 6 augustus 2007, 200704826/1], in het geval van niet tijdige sluiting van het vooronderzoek [ABRS, 24 augustus 2001, 200103554/1, LJN AD4493], in het geval van het niet horen ter zitting van de in bewaring gestelde vreemdeling ondanks een soort van verzoek daartoe[ABRS, 14 februari 2008, 200800693/1], in het geval van het niet binnen een week na sluiting van het onderzoek doen van een uitspraak [ABRS, 8 juni 2007, 200703546/1] en in het geval van &zovoort.

Voor doorbreking van het appelverbod bestaat wel grond in het geval de in bewaring gestelde vreemdeling geen voortgangsrappportage wordt toegestuurd [ABRS, 14 september 2001, 200104104/1, LJN AD4910; ABRS, 24 juli 2007, 200704710/1, ABRS, 3 september 2007, 200705795/1], in het geval van het niet betrekken van een reactie op de voortgangsrapportage bij de beoordeling van het beroep [ABRS, 11 januari 2008, 200708756/1], in het geval de rechtbank treedt buiten de omvang van het geschil zonder partijen daarover te horen [ABRS, 1 februari 2005, 200409153/1, LJN, AT0655], in het geval de rechtbank treedt buiten het toetsingskader zonder dat daartegen appel open staat [ABRS, 11 november 2003, 200305454/1, JV 2004/19 (doorbreking appelverbod: doorpakken bij ongewenstverklaring); ABRS, 12 januari 2006, 200510314/1, Migratieweb ve06000187 (appelverbod: wijziging tenuitvoerlegging), ABRS, 27 juli 2006, 200505245/1, Migratieweb ve05001400 (doorbreking appelverbod: art 96 Vw ipv art 94 Vw toetsing)] en in het geval van een incomplete uitspraak [ABRS, 2 oktober 2001, 200103677/2, LJN AD4626].

Voor doorbreking van het appelverbod lijkt grond te bestaan in het geval van schending van artikel 5 lid 4 EVRM [ABRS, 29 januari 2004, 200307815/1, JV 2004/110 (geen schending: 33 dagen, geen bijzondere omstandigheden); ABRS, 24 juli 2006, 200604669/1, Migratieweb ve06001022 (geen schending), ABRS, 19 juli 2007, 200704510/1 (geen schending: 24 dagen, geen bijzondere omstandigheden); ABRS, 17 november 2005, 200508691/1, JV 2006/17 (wel schending maar geen appel van voortgangsberoep: 48 dagen, schorsingen als gevolg van ontoereikende en niet genoegzame informatieverstrekking].

3 opmerkingen:

mr T zei

Misgeschoten:
ABRS, 17 juni 2008, 200803231/1 (Geen Doorbreking Appelverbod, Artikel 5 lid 4 EVRM)

Anoniem zei

Kan je ook wat uitwerken mbt het burgerlijke procesrecht?

mr T zei

Deze|dit weblog gaat over vreemdelingenrecht (bestuursrecht) - van civielrecht heb ik geen kaas gegeten.

Een reactie posten