maandag 19 november 2012

ABRS, 4 oktober 2012, 201204418/1/V3 & 201107358/1/V3

Op 4 oktober 2012 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State in 2 zaken uitspraak gedaan over artikel 6(2) van de Terugkeerrichtlijn [ABRS, 4 oktober 2012, 201204418/1/V3 & 201107358/1/V3].

Uit artikel 6(2) van de Terugkeerrichtlijn volgt dat jegens een illegale derdelander met een verblijfsrecht in een andere lidstaat geen terugkeerbesluit wordt uitgevaardigd tenzij die derdelander een bevel om zich onmiddellijk zelfstandig naar het grondgebied van die andere lidstaat te begeven niet naleeft. Artikel 6(2) van de Terugkeerrichtlijn is geïmplementeerd in artikel 62a, eerste lid jo derde lid van de Vreemdelingenwet.

Uit de uitspraken kan worden opgemaakt dat:
  • indien niet buiten twijfel is dat de derdelander een verblijfsrecht heeft in een andere lidstaat de rechtmatigheid van het uitgevaardigde terugkeerbesluit zal moeten worden beoordeeld in de daartoe voorziene procedure [ABRS, 29 juni 2011, 201102952/1/V3]
  • indien wel buiten twijfel is dat de derdelander een verblijfsrecht heeft in een andere lidstaat [ABRS, 24 april 2012, 201103734/1/V3] en een uitgevaardigd terugkeerbesluit 
    • nog geen formele rechtskracht heeft gekregen de bewaringsrechter kan beoordelen of de derdelander ten onrechte niet is bevolen om zich onmiddellijk zelfstandig naar het grondgebied van de lidstaat te begeven alwaar hij een verblijfsrecht heeft [ABRS, 25 juli 2012, 201205206/1/V3].
    • al wel formele rechtskracht heeft de bewaringsrechter het terugkeerbesluit: 
      • niet kan beoordelen indien het is uitgevaardigd ná het verstrijken van de implementatietermijn [ABRS, 4 oktober 2012, 201107358/1/V3]
      • wel kan beoordelen indien het is uitgevaardigd vóór het verstrijken van de implementatietermijn van de Terugkeerrichtlijn [ABRS, 4 oktober 2012, 201204418/1/V3]

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Mijn vraag is dan:

Is de acceptatie van een dublinclaim een verblijfsrecht?
Want dat zou betekenen dat Dublinclaimanten niet meer in bewaring kunnen worden gesteld voordat hun eerst expliciet is opgedragen om zich naar die bepaalde lidtstaat te begeven, en ze ook de kans hebben gekregen om dat bevel op te volgen.

Ik ga dat in ieder geval morgen wel beargumenteren in een bewaringszaak van een dublinclaimant.

Groeten!

mr T zei

De Terugkeerrichtlijn is niet van toepassing op Dublin-uit-claimanten. Overigens denk ik dat een verblijfsrecht in een andere lidstaat pas ontstaat na overdracht en niet al na acceptatie van de claim. Vergelijk EU HvJ, Cimade ea t Frankrijk, 27 september 2012, C-179/11, ro 54. Groet.

Anoniem zei

Nou dat de Tri niet van toepassing zou zijn op Dublinclaimanten lijkt me te kort door de bocht. Volgens mij is overdracht onder de Dvo geen terugkeer, maar staan er in de Tri wel bepalingen (zoals art 6 lid 2) die niet op terugkeer zien, en dus wel van toepassing zijn op overdracht onder de Dvo, zie bijvoorbeeld LJN:BX5034.

De vraag is vooral of de enkele acceptatie van een Dubliclaim als toestemming tot verblijf kan worden gezien. De rechter leek niet erg overtuigd, maar we gaan het zien.

Klant is in ieder gavel vrij en hoeft voorlopig niet naar Italië :)

mr T zei

Oeps, daar had ik overheen gelezen...

Anoniem zei

Het is wel een geruststelling dat zelfs de scherpe mr. T wel eens ergens over heen leest :)

(niet sarcastisch bedoeld, ik ben echt erg onder de indruk van intellectuele scherpte en vooral ook de compactheid waarmee hier uitspraken worden gefileerd!)

Een reactie posten