vrijdag 4 november 2011

Vrijheidsbeneming ogv 7(3) OR & 18(1) PR; ABRS 31 augustus 2011, 201105555/1/V /3

In de gevallen waarin zulks nodig blijkt, bijvoorbeeld om juridische redenen of om redenen van openbare orde, mogen de lidstaten een asielzoeker overeenkomstig hun nationale wetgeving op een bepaalde plaats vasthouden.

De lidstaten mogen een persoon niet in bewaring houden uitsluitend omdat hij een asielzoeker is.

Onderstaand schema maakt hopelijk duidelijk hoe bovengenoemde bepalingen IMHO zich tot elkaar verhouden.


Nederland heeft de 'kan' bepaling van artikel 7(3) van de Opvangrichtlijn niet  geïmplementeerd [zie transponeringstabel Stc 2004 nr 24  2005]. Artikel 18 van de Procedurerichtlijn is wel geïmplementeerd namelijk in artikel 6 van de Vreemdelingenwet en in artikel 59 van de Vreemelingenwet  [30976 nr 3, Memorie van Toelichting, Transponeringstabel].


Uit de omstandigheid dat artikel 7(3) van de Opvangrichtlijn niet is geïmplementeerd volgt dat een asielzoekende derdelander niet van zijn vrijheid kan worden ontnomen 'bijvoorbeeld om juridische redenen of om redenen van openbare orde'. Van de mogelijkheid immers om een asielzoekende derdelander wel van zijn vrijheid te ontnemen  'bijvoorbeeld om juridische redenen of om redenen van openbare orde' heeft de implementatiewetgever om wat voor reden dan ook geen gebruik willen maken.

Dat lijkt een iets andere situatie te zijn dan die in de zaak waarover de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] heeft geoordeeld op 31 augustus 2011 [ABRS, 31 augustus 2011, 20110555/1/V3].

De betrokken vreemdeling had betoogd dat een formeel wettelijke grondslag voor de inbewaringstelling ontbreekt omdat de Terugkeerrichtlijn niet is geïmplementeerd en de Minister voor Immigratie en Asiel, gelet op het arrest van het EG Hof van Justitie van 8 oktober 1987 in de zaak Kolpinghuis,  geen bevoegdheid tot inbewaringstelling aan de Terugkeerrichtlijn zelf kan ontlenen.

De Afdeling overweegt dat indien de nationale wetgeving reeds voorziet in een maatregel in een richtlijn - zoals bijvoorbeeld vreemdelingenbewaring - die nationale wetgeving niet behoeft te worden aangepast omdat het doel van de richtlijn al is bereikt. Omdat een  maatregel in zo'n geval op nationale wetgeving is gebaseerd  wordt niet ten laste van een particulier een beroep gedaan op een bepaling van een richtlijn waarvan de omzetting nog niet heeft plaatsgevonden.

Niet geschoten is altijd mis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten