Uit de sinds het verstrijken van de implementatietermijn van de Terugkeerrichtlijn tot standgekomen eerstelijnsrechtspraak over de richtlijn [met dank aan mr BB] kan worden opgemaakt dat op één uitzondering na de habeas corpus rechter het terugkeerbesluit niet toetst.
De habeas corpusrechter in Zwolle overweegt dat tegen een terugkeerbesluit bezwaar open staat en dat daarom dat terugkeerbesluit in de habeas corpus procedure niet ter toetsing voor ligt [Rtb DH zp Zwolle, 31 december 2010, LJN BO9709], de habeas corpusrechter in Roermond overweegt dat de habeas corpus rechter zich beperkt tot de constatering dat er een terugkeerbesluit is en dat de vraag of het terugkeerbesluit rechtmatig is of dat er een wettelijke bevoegdheid is om een terugkeerbesluit te nemen en welk rechtskarakter het heeft in de habeas corpusprocedure niet ter beoordeling staat [Rtb DH zp Roermond, 6 januari 2011, LJN BP0020]. De habeas corpusrechter in Almelo toetst het terugkeerbesluit omdat een wettelijke grondslag ervoor ontbreekt [Rtb DH zp Almelo, 7 januari 2011, LJN BP0377].
Dat tegen een besluit een rechtsmiddel open staat kan niet redengevend zijn om dat besluit in de habeas corpus procedure niet te toetsen. Tegen staandehouding immers staat ook een rechtsmiddel open maar toch wordt de staandehouding getoetst door de habeas corpusrechter tenminste in die gevallen waarin op staandehouding zonder feitelijke onderbreking ophouding en/of bewaring volgt en waarin staandehouding het begin van een reeks beslissingen vormt erop gericht de illegale vreemdeling onder de macht van de tot uitzetting bevoegde autoriteiten te brengen en te houden.
Verwezen wordt naar een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] van 29 juni 2001 waarin de Afdeling verwijst naar het stelsel van de wet neergelegd in de artikel 50, 59, 62 en 63 van de Vreemdelingenwet en overweegt dat indien staandehouding het begin is van een reeks beslissingen in voornoemde zin, een opvolgende beslissing steeds mede is gebaseerd op de gegevens die zijn vergaard bij of op basis van een voorafgaande beslissing en dat ook in procedureel opzicht niet steeds een scherpe scheidslijn te trekken tussen de toepassing van de artikelen 50 en 59 van de Vw 2000 [ABRS, 29 juni 2001, 200102145/1, ro 2.2.2, Migratieweb ve05000899].
Indien en voor zover artikel 62 van de Vreemdelingenwet richtlijnconform kan worden uitgelegd is aldaar de grondslag te vinden voor het uitvaardigen van een terugkeerbesluit tegen onder meer 'kale illegalen' en 'overstayers'. Indien na staandehouding en /of ophouding een terugkeerbesluit tegen een 'kale illegaal' of een overstayer' wordt uitgevaardigd op basis van informatie verkregen bij een voorafgaande beslissing dan is het ook niet goed mogelijk om een scherpe scheidslijn te trekken tussen de de uitvaardiging van een terugkeerbesluit en de inbewaringstelling van een 'kale illegaal' of een 'overstayer'.
Een terugkeerbesluit is een voorwaarde voor inbewaringstelling en het niet toetsen daarvan in het geval van 'kale illegalen' en 'overstayers' door de habeas corpusrechter staat op gespannen voet met artikel 13 van de Terugkeerrichtlijn dat een doeltreffend rechtsmiddel voorschrijft [met dank aan mr BB] naar moet worden aangenomen met het oog op de bevoegdheden de er uit voortvloeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten