zondag 6 juli 2008

ABRS, 26 juni 2008, 200800038/1: Aan een minuut ontleend vertrouwen beschaamd

Een op de d-grond toegelaten vreemdeling wiens aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd is afgewezen kan geen rechten ontlenen aan een verondersteld oordeel over de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas in een minuut bij de inwilligende beschikking omdat die minuut een intern stuk is [vergelijk Hof DB, 16 oktober 2003, 99/02463, LJN AO1248, ro 4.1], dat geen deel uitmaakt van een besluit, aan de inhoud waarvan geen althans geen doorslaggevende betekenis toekomt.

Aldus de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State [hierna: Afdeling] in een uitspraak van 26 juni 2008 [ABRS, 26 juni 2008, 200800038/1, LJN BD6230]. De rechtbank had overwogen dat de vreemdeling aan de inhoud van minuut bij de inwilligende beschikking het gerechtvaardigd vertrouwen had kunnen ontlenen dat de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas door de Staatssecretaris van Justitie niet meer ter discussie zou worden gesteld.

De Afdeling verwijst in de uitspraak naar een brief van de Staatssecretaris van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 4 mei 2000 [26732, nr. 14, pagina 21] waarin de Staatssecretaris van Justitie ingaat op de betekenis van de minuut van een beschikking [tegen de achtergrond van de parlementaire discussie over het oorspronkelijke artikel 40 lid 2 Vw (thans artikel 42 Vw) volgens welke bepaling de motivering van een (inwilligende: 26732, nr. 8, Nota van Wijziging) beschikking niet kenbaar hoefde te worden gemaakt, ZvL]. De Afdeling acht daarbij van belang dat het oorspronkelijke artikel 40 lid 2 bij de Derde Nota van Wijziging [26732, nr. 73] is komen te vervallen hetgeen volgens de Afdeling betekent dat een besluit tot toelating van een motivering moet worden voorzien en dat die motivering bepalend is voor dat besluit.

Uit de brief van de Staatssecretaris van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede kamer van 4 mei 2000 volgt [ook] dat een minuut een zorgvuldige en kwalitatief goede besluitvorming moet waarborgen.

Uit de Nota naar aanleiding van het Verslag [26732, nr. 7] volgt dat in de minuut alle relevante gegevens worden vastgelegd en uitgewisseld [pagina 41], dat in de minuut wordt aangegeven op grond van welke overwegingen tot de [concept]beslissing is gekomen, dat bij een afwijzing van de aanvraag die redenering in de beschikking te vinden maar bij een inwilliging van de aanvraag niet, dat aan de hand van de minuut kan worden gezien zien of de redenering deugdelijk is en dat later kan worden nagegaan waarom ooit de status is verleend [pagina 165]. De minuut bevat derhalve de motivering van de inwilligende beschikking.

Uit de toelichting bij het doen laten vervallen van het oorspronkelijke artikel 40 lid 2 Vw in de Derde Nota van Wijziging volgt dat men daarmee niet meer heeft beoogd dan dat in de inwilligende beschikking moet worden aangegeven op welke van de in artikel 29 lid 1 Vw vermelde toelatingsgronden de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt verleend. Het doen laten vervallen van het oorspronkelijke artikel 40 lid 2 Vw heeft derhalve niet zonder meer tot gevolg gehad dat in de inwilligende beschikking moet worden aangegeven op grond van welke overwegingen tot de beslissing is gekomen.

Doel van het oorspronkelijk artikel 40 lid 2 Vw was doorprocederen te voorkomen. Niet valt in te zien waarom een vreemdeling wiens verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd wordt ingetrokken of wiens aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet wordt ingewilligd niet zou mogen vertrouwen op een aan de inwilligende beschikking ten grondslag liggende, in een minuut neergelegde, motivering die om proceseconomische redenen niet kenbaar is gemaakt.

Het belang van de asielzoekende vreemdeling heeft geleid tot het doen laten vervallen van het oorspronkelijke artikel 40 lid 2 Vw. Dat vervallen keert zich nu tegen die vreemdeling. Sneu!

& wat moeten we nu weer met 'althans geen doorslaggevende'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten