maandag 3 maart 2008

ABRS 31 oktober 2003 [JV 2004/11]

Ruim 3 jaar geleden verstoorde een noot van mr Frits Koers bij een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van Stata van 31 oktober 2003 [JV 2004/11] mijn nachtrust.

De uitspraak gaat over een asielzoekende vreemdelinge die bij de asielaanvraag genoemde documenten in de beroepsfase alsnog had overgelegd. Haar was het ontbreken van onder meer die documenten toegerekend. Volgens de rechtbank hadden de documenten nader moeten worden onderzocht.

In grief 1 klaagt de Minister dat de rechtbank de toepasselijkheid van artikel 31 lid 2f Vw heeft miskend en in grief 2 dat de rechtbank had behoren te onderzoeken of de documenten nova waren in de zin van artikel 83 Vw.

De Afdeling overweegt in reactie op de 2e grief dat toepassing van artikel 83 Vw niet aan de orde is omdat de Minister al voor het nemen van een beschikking op de hoogte was van het bestaan van de documenten en van hetgeen de asielzoekende vreemdelinge daarmee wilde onderbouwen.

In de noot vraagt mr Frits Koers zich af waarom de Afdeling eerst ingaat op de 2e grief en vervolgens op de 1e grief. Die vraag die hij niet beantwoordt hield mij wakker.

Zou het niet zo kunnen zijn dat de Afdeling de 2e grief het eerst behandelt omdat daarin een verdergaand standpunt besloten ligt dan in de 1e grief. Het standpunt namelijk dat bij de Minister bekende feiten en omstandigheden die zijn opgekomen voor het bestreden besluit maar die niet eerder hadden kunnen worden ingebracht niet op hun relevantie voor het bestreden besluit hoeven te worden getoetst omdat, gelet op het bepaalde in artikel 31 lid 1 Vw 2000 enzovoort, de relevantie van die genoemde feiten en omstandigheden voor het bestreden besluit wordt verondersteld.

Voor op de identiteit en nationaliteit betrekking hebbende bescheiden die niet toerekenbaar ontbreken bij de aanvraag geldt dat misschien niet (die roepen geen twijfel op over de geloofwaardigheid van het asielrelaas) maar voor op het asielrelaas betrekking hebbende bescheiden die niet toerekenbaar ontbreken bij de aanvraag geldt dat wel omdat de aanwezigheid daarvan het asielrelaas nog geloofwaardiger maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten