zaterdag 9 januari 2016

Beroep tegen voortduren van de bewaring ogv artikel 59b Vw 2000: eerste beroep of vervolgberoep?

Tot 20 juli 2015 was het zo dat indien een in bewaring gestelde derdelander een asielaanvraag indiende er sprake was van een zogenaamde categoriewijziging [van de a- naar de b-grond van artikel 59, eerste lid van de Vreemdelingenwet] en niet van een nieuwe maatregel waartegen een eerste beroep open stond [ABRS, 23 december 2004, 200409905; ABRS 15 december 2008, 200808254; ABRS, 2 april 2014, 20150658].

Sinds 20 juli 2015 wordt een op artikel 59, eerste lid, onder a, van de Vreemdelingenwet gebaseerde bewaring van een derdelander die een asielaanvraag indient opgeheven. De voortduring van de bewaring van die asielzoekende derdelander wordt niet meer gebaseerd op artikel 59, eerste lid, onder b van de Vreemdelingenwet maar op artikel 59b van de Vreemdelingenwet.

Staat tegen het voortduren van de bewaring op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet een eerste beroep open of moet een daartegen ingesteld beroep worden behandeld als een vervolgberoep?

In rechtspraak en praktijk blijkt daarover onduidelijkheid te bestaan althans bij rechters althans bij sommige rechters. Advocaten en ook procesvertegenwoordigers lijken zich op het standpunt te stellen dat er sprake is van een nieuwe maatregel waartegen een eerste beroep openstaat.

In de bewaringszaak waarover de rechtbank 's-Gravenhage zp Utrecht op 29 december 2015 oordeelde [RTB DH zp UTR, 29 december 2015, AWB 15/19529, ECLI:NL:RBDHA:2015:15483] had de bewindspersoon de rechtbank middels een zogenaamde kennisgeving in kennis gesteld van een op artikel 59b van de Vreemdelingenwet gebaseerde bewaring die was opgelegd na de opheffing van een op artikel 59, eerste lid onder a, van de Vreemdelingenwet gebaseerde bewaring.

Met een verwijzing naar een uitspraak van de Afdeling Bstuursrechtspraak Raad van State [hierna Afdeling] van 9 maart 2009 [ABRS, 9 maart 2009, 200808202 & 200808554, ECLI:NL:RVS:2009:BH6972] overweegt de rechtbank dat  dat tussen de opgeheven maatregel en de daarop aansluitende nieuwe maatregel een zodanige samenhang bestaat dat de laatstgenoemde maatregel is aan te merken als een nieuwe maatregel die in de plaats treedt van de voorgaande maatregel waartegen geen eerste beroep openstaat.

De rechtbank behandelt het ingestelde beroep als een vervolgberoep en verklaart zich onbevoegd om daarvan kennis te nemen omdat het is ingeleid door een kennisgeving.

In de zaak waarover de Afdeling op 9 maart 2009 oordeelde waren bij de rechtbank twee eerste beroepen aanhangig gemaakt: een eerste beroep tegen het opleggen van de maatregel op grond van artikel 59, tweede lid van de Vreemdelingenwet en een eerste beroep tegen het 'voortduren' van de maatregel op grond van artikel 59, eerste lid onder b van de Vreemdelingenwet.

De door de Afdeling geconstateerde zodanig samenhang tussen de maatregelen leidt er niet toe dat het beroep tegen het 'voortduren' van de maatregel op grond van artikel 59, eerste lid onder b van de Vreemdelingenwet niet wordt behandeld als een eerste beroep maar dat het beroep met toepassing van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb wordt betrokken bij de beoordeling van het beroep tegen het opleggen van de maatregel op grond van artikel 59, tweede lid van de Vreemdelingenwet. Dat had de rechtbank ten onrechte niet gedaan.

Een om meer dan één reden bevreemdingwekkende uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage zp Utrecht.

Update 11 januari 2016
Op grond van artikel 28, tweede lid, van de Opvangrichtlijn heeft een asielzoekende derdelander die in bewaring is gesteld het recht om te verschijnen voor een rechter om zijn bewaring aan te vechten. En dergelijk recht bstaat niet in het geval van een vervolgberoep.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten